Onze 3 junior-stuks mogen onder zachte dwang vanaf hun derde levensjaar gaan sporten. Ze gaan dan wekelijks 2 uurtjes de hort op: een uurtje turnen en een uurtje zwemmen onder de begeleiding van een gemotiveerd team van Spodi. In de vakanties mogen ze deelnemen aan kampen waar ze kunnen proeven van andere sporten (bv taekwondo). Wij vinden het belangrijk dat ze al jong kennismaken met sport en het hele gebeuren dat er rond hangt.
Onze oudste, hij is nu 6 en zit in het eerste leerjaar, is op dat vlak een hatelijk gemakkelijk kind. Hij doet alles graag, vindt alles leuk en zou dus bij God niet weten welke sport hij gaat kiezen om zich verder in te bekwamen. Hij heeft nu 3 jaar omnisport en zwemmen achter de rug en ik wilde hem graag laten kiezen in welke richting hij verder wilde gaan. Het arme kind wist het niet. Ik heb hem het hemd van zijn lijf gevraagd om er achter te komen. En toen begon ik na te denken. Ik kan hem beter niet gaan laten sporten. Hij is heel competitief ingesteld, wil altijd de eerste en de beste zijn. Als hij dan tijdens zijn hobby ook nog eens het competitiebeest moet gaan uithangen dan vrees ik een beetje overkill. En toen kwam mijn redding in nood… De KSJ kwam haar werking voorstellen in de klassen van de lagere school. Zoonlief vond het allemaal geweldig. Alleen… Ik kan die toch niet naar de KSJ sturen hé zeg. De KSJ! Dus even mijn licht opgestoken bij enkele mama’s en vastgesteld dat er een paar kindjes van zijn klas naar de scouts gaan. Probleem opgelost: hij gaat vanaf deze maand naar de scouts! Zijn peter content, ikke ook content. Daar leren ze meer functioneren in groep, deelnemen aan de groepsdynamiek en andermans rol in de groep respecteren. Geen competitie maar respect, teamgedrag en duurzame vriendschappen. Probleem opgelost.
De dochter van 4 is een specialleke. Ze heeft hyperlakse gewrichten en valt dus onder de categorie ‘slangenmens’. Dat combineert ze met een uitgesproken voorkeur voor muziek en dans. Ze heeft waarlijk mieren in haar derrière zitten. Het is vertederend om te zien hoe vaak ze onbewust zit mee te wiebelen op het ritme van de muziek. Vorig jaar startte ze ook met omnisport maar dat was geen succes. Met de belofte dat ze dit jaar mag gaan dansen, heeft ze haar jaar omnisport uitgezeten. Ik vertelde haar onlangs dat we zondag eens gaan kijken naar de school waar ze mag gaan dansen binnenkort. Ze keek me aan en zei ‘Maar mama, je kan toch overal dansen?’ Zo is dat meid, je hebt overschot van gelijk. Dans jij maar waar je wil en wanneer je wil, ga er voor. Je hebt een talent en dat moet je ontwikkelen als je er zelf achter staat. Als we haar wat goed begeleiden, staat die over 15 jaar te huppelen als backing vocal van één of andere hottie van het moment.
En dan de jongste, Raketman die nu 3,5 jaar is… Hij mag deze maand beginnen met de omnisport. Hij kijkt er al naar uit. Ik wens de begeleiders alvast veel sterkte en geen lege batterij van hun telefoon. Kwestie dat ze wekelijks tijdig de ambulance kunnen verwittigen. Het motto van Raketman is ‘Gaan en blijven gaan! Who dares wins!’ Dat blijkt een beetje eigen te zijn aan het derde kind in een gezin. Hij bruist van energie en varkensstreken en is er steeds op uit zijn grenzen te verleggen. Klapt ie door zijn gevaarlijke kuren met tuinstoel en al de grond op dan staat hij recht en klimt er terug op om verder te spelen. Hij heeft wel een erg goed balgevoel. Vanwege mijn allergie aan voetbalouders vermoed ik dat hij vanaf volgend jaar zal gaan basketten. Ik kijk er alvast naar uit!